La Marmotte 2011

10 juli 2011 |

Medio vorig jaar belde Johan mij op met de vraag of ik met hem de Mamotte wilde fietsen. (De Marmotte is een fietstocht van 180km door de Franse Alpen met daarin vier Cols.) Ik had hem ooit, op een onoplettend moment, verteld dat ik deze tocht nog eens wilde maken. Waarschijnlijk was ik op het moment dat Johan mij belde er niet helemaal bij, want zonder aarzeling ging ik in op de uitnodiging.


Stuwmeer tijdens klim Glandon

En dus stond het voorjaar in het teken van fietsen, fietsen en nog eens fietsen. Daarnaast is zo’n tocht ook een goed excuus om een nieuwe fiets aan te schaffen. Om niets aan het toeval over te laten ook nog even naar de Alpen geweest om het één en ander te testen. Aan het eind van de trainingsperiode stond mijn teller ruim boven de drie duizend kilometer, was mijn fiets een halve kilo lichter en ik zelf vijf kilo zwaarder.
Vol goede moed reizen we samen met de partners (Usula & Annegreet) en kind (Yonah) richting Frankrijk. Johan had een huisje geregeld op een camping, direct aan de voet van de Alpe d’Huez. Goed voor het moraal want dit is straks de laatste klim.
De volgende dag gaan we even infietsen. We besluiten te beginnen met de Col d'Ornon. Het weer zit mee. Het is slechts dertig graden en geen zuchtje wind. Hoewel de beklimming niet al te moeilijk is, is het toch weer even wennen. Na deze warming up, gaan we de Alpe d’Huez op. De buitentemperatuur is nu opgelopen naar bijna veertig graden. Van binnen is mijn bloed aan het koken en besluit om de klim af te breken. Dat geeft vertrouwen?!
De volgende ochtend staan we vroeg op om de Alpe opnieuw te bedwingen. De omstandigheden zijn nu een stuk aangenamer. Zonder al teveel moeite komen we boven. Nog even met Annegreet opnieuw de Ornon beklimmen. Boven spreken we renners die de tocht de dag ervoor, in de hitte, al hadden gereden (verkennen). Deze goed getrainde renners vonden de omstandigheden erg zwaar gehad. Ze hadden er alle begrip voor, als rijders de laatste col niet zouden nemen.



 

Donderdag is een familiedag geworden. Lekker van de omgeving genoten met een fraaie wandeling. Van eerdere ervaringen weet ik dat dit soort wandelingen nogal uit de hand kunnen lopen, wat een effect kan hebben op de fietstocht. Dus rustig aan en geen gekke dingen doen.
Op vrijdag hebben de dames de Col du Lautaret gefietst. Dit is een tocht (klim) van ongeveer veertig kilometer. Dezelfde weg zullen Johan en ik afleggen, maar dan naar beneden. Omdat morgen de tocht is hebben de mannen een rustdag en moedigen de dames onderweg aan.
Vroeg naar bed, want morgen is de grote dag. We starten al om half acht, en dat betekent dat het ontbijt om zes uur naar binnen wordt geduwd. Typisch niet-Frans vertrekken we ook inderdaad om half acht. Al na tien kilometer wacht ons de eerste klim, Le Glandon.
Dit is een lange klim van zo’n dertig kilometer die je brengt naar een hoogte van 1900 meter. Persoonlijk vind ik dit een leuke klim. Het is een lange klim met zowel variatie in klimpercentages als landschap. Ik hou mijn hartslag goed onder de 160 en kom redelijk ontspannen boven. Daar kom ik Johan tegen, die op mij heeft gewacht. Hij is zo’n tien minuten eerder boven gekomen, en begon het al behoorlijk koud te krijgen.
De afdaling is technisch. Diverse steile stukken met flink wat bochten. Onderweg zie ik nog een fietser tegen een politieauto knallen. Normaal gesproken stop je dan. Maar aangezien hulp direct aanwezig is, denk ik geen seconde na en rij door. De route vervolgt zich richting Le Telegraph. Dat is toch nog dertig kilometer over een redelijk vlakke weg.
Eindelijk mogen we weer klimmen. Om Johan niet teveel te laten wachten, spreken we af dat het vanaf nu ieder voor zich is. We zien elkaar we weer na de finish. Le Telegraph is een mooie gelijkmatige klim met diverse (haarspeld)bochten. Aangezien de top (1566 meter) nog ruim onder de boomgrens licht, kun je ook nog veel verkoeling zoeken in de schaduw. Te temperatuur is overigens met een graad of 24, vandaag een stuk aangenamer dan in het begin van de week. Je ziet zelfs mensen met lange mouwen. (vind ik zelf wel een beetje overdreven).
Boven aangekomen even een kleine pitstop. Het is druk bij de drinkpost. Slecht anderhalve kraan is beschikbaar voor het vullen van de vele bidons. Water is essentieel en dus murw ik me door de massa heen. Snel nog even een sms-je naar het thuisfront.
Ik voel met eigenlijk nog best goed als is richting le Galibier fiets. Dat is maar goed ook want de route geeft hier niet veel rust. Na een korte en lichte afdaling moeten we alweer klimmen. De Galibier heeft een top boven de 2600 meter. In deze klim zit het venijn in de staart. De klim is zo’n zeventien kilometer lang en naar gelang de top in zicht komt, worden ook de stijgingspercentages groter. De laatste kilometers zijn dik 10%.
Op de helft van de klim besluit ik even een break te nemen op een terrasje. Ik zat al een paar kilometers te smachten naar een glas cola. Ook maar een broodje eten. Vanaf het terras kan ik de klim goed zien. Ik zie dat het nog zwaar gaat worden. Diverse mensen gaan al lopend naar boven.
De korte pauze heeft me goed gedaan. Ik klim voor mijn gevoel gemakkelijk. Het valt me wel op dat ik mijn hartslag niet boven de 150 krijg. Het terrein waarin we fietsen wordt steeds ruiger. We zitten al ver boven de boomgrens. In verte is de top zichtbaar. Dat geeft moraal, maar weet en ziet ook dat het nog veel steiler gaat worden. Boven op de berg kun je door een tunnel. Dit was vroeg het hoogste punt. Speciaal voor de Tour de France hebben ze ook een weg over de berg gemaakt. Dit is nog een extra klim (10%) van een kilometer. Wij moeten uiteraard over de berg.
Boven aangekomen probeer ik van de omgeving te genieten. Op een of andere manier lukt me dat niet. Het is zeker niet warm en ik wil zo snel naar beneden. Het is inmiddels al vier uur. Ik ga ervan uit dat Johan al gefinisht is.
De route vervolgt zich met een lange afdaling richting Alpe d’Huez. Ik ken de afdaling en dat helpt. Helaas hebben we wind tegen. Daardoor kunnen we niet een topsnelheid behalen. Tijdens de afdaling kom in een groepje terecht. Even moeten we stoppen voor ongeval. Een fietser is hard gevallen.
Terwijl we afdalen, vraag ik me af of ik de Alpe d’Huez op moet. Mijn eergevoel overwint het van mijn vermoeidheid. Nog snel even de bidons vullen op de Camping. Wetende dat het er nog slecht 14 kilometer en 21 bochten te gaan zijn, begin ik aan de beklimming. Al in de eerste meters slaat de vermoeidheid in de benen. Mijn hartslag ligt rond de 135 en met 5 kilometer per uur, kruip ik omhoog. De ene na de andere renner haalt me in.
In bocht 19 staan Ursula, Annegreet en Yonah me aan te moedigen. Fijn om ze zien en te horen. Ik wil best wel even stoppen of gezellig doen, maar ben bang dat ik dan niet meer op ‘gang’ kom of zelfs afstap. Na de bocht hoor ik Annegreet roepen,” Hup Johan”. Ik kijk achter me en zie dat Johan de berg opkomt. In de aanname dat hij al boven is geweest en is gefinisht vervolg ik mijn weg. Een paar bochten verder besluit ik toch maar even te stoppen, om alle suikers die ik nog heb naar binnen te werken. Met een beetje mazzel is het nog een uur klimmen en dan komen die suikers goed van pas. Na een korte rustpauze vervolg ik de klim. Na bocht 16 wordt het wat vlakker. Hier staan ze ook met water. Ter verkoeling gooi ik het over me heen.
Of het de suikers zijn weet ik niet, maar op één of ander manier komt er weer gevoel in de benen. Mijn tempo en snelheid gaan omhoog. Ik haal zelfs fietsers in en ook hier zie je mensen nu lopend naar boven gaan.
Eindelijk het dorp en finish in zicht. De laatste kilometers gaan verbazingwekkend makkelijk. Zicht op het einde geven blijkbaar toch extra kracht en motivatie. Na ruim elf en een half uur ga onder de finish door en zit de tocht erop.
Terwijl ik boven mijn chip aan het inleveren ben, kom ik Johan tegen. Ben uiteraard blij hem te zien maar ben toch verwondert. In mijn beleving was hij allang binnen. Dat blijkt niet het geval. Ook hij is net gefinisht. Tijdens de tocht heeft hij wat langer en vaker op Terrasjes gezeten.
Als ik op de fiets stap om naar de camping te gaan, weigeren mijn benen om nog één trap te geven. Gelukkig hoef ik alleen nog maar naar beneden. Onderweg merk ik dat ik zeker niet de laatste ben. Nog veel deelnemers rijden of lopen naar boven. Kan alleen maar respect voor ze opbrengen. Weet wat ze meemaken.

Roland